De basis van onderzoeken:

2. Bedenk een passende onderzoeksopzet

Een goede opzet is het halve werk!
Nu jullie een goede, onderzoekbare vraag hebben kun je bedenken hoe je samen de vraag gaat onderzoeken. Jullie onderzoeksmethode hangt een beetje van de vraag af. Als je bijvoorbeeld wilt weten of alle hondenrassen van een oerhond afstammen, kun je literatuuronderzoek (op internet) doen. Maar wil je weten of een vliegtuig sneller vliegt met brede vleugels dan kun je gaan experimenteren.

Controleer je variabelen!
Eén van de belangrijkste elementen van een goed experiment is dat je alleen de factor verandert waarin je geïnteresseerd bent en alle andere factoren constant houdt. Zo’n factor noemen we in de wetenschap een variabele. Als je het controleren van variabelen begrijpt, zal je makkelijker een goede vraag en onderzoeksopzet kunnen bedenken. We zullen je het principe uitleggen aan de hand van een hellingbaan die we veel gebruiken voor het onderzoek van TalentenKracht.

De hellingbaan
De hellingbaan kun je op vier manieren veranderen. Je kunt de helling steil of minder steil maken. Het oppervlak van de helling bestaat uit een losse plank die je met de ruwe of gladde kant naar boven kunt leggen. Je kunt de bal vanaf de top of het midden van de baan laten rollen en er is een zware en een lichte bal. De hellingbaan heeft dus vier variabelen: hellingshoek, oppervlak, startpositie en gewicht van de bal.

Voorbeeld van een gecontroleerd experiment
Als je nu bijvoorbeeld wilt onderzoeken of het gewicht van de bal invloed heeft op hoe ver de bal rolt, welke variabelen moet je dan aanpassen? Eerst bedenk je welke variabele je wilt onderzoeken. In dit geval is dat het gewicht van de bal. Je wilt dus één keer meten met de lichte bal en één keer met de zware bal. De andere drie factoren moeten dan tijdens deze twee metingen hetzelfde zijn, anders weet je niet welke variabele het effect veroorzaakt.

Als jullie een goed experiment hebben bedacht met gecontroleerde variabelen kunnen jullie nu het experiment gaan uitvoeren!